De financiële markten wereldwijd houden opnieuw de adem in over de Amerikaanse staatsschuld. Die bereikt naar verwachting volgende maand de wettelijk vastgelegde limiet van 16,7 biljoen dollar.
Als de regering na het bereiken van het schuldenplafond toch meer wil lenen om aan zijn bestaande betalingsverplichtingen te kunnen blijven voldoen, is daarvoor toestemming nodig van het Congres.
Het is sinds president Barack Obama in 2009 het Witte Huis betrok al de derde keer dat onenigheid over het begrotingsbeleid het land lam dreigt te leggen.
In augustus 2011 en op oudejaarsdag 2012 kon een crisis op het nippertje worden afgewend. Democraten en Republikeinen zijn echter nog altijd tot op het bot verdeeld over de aanpak van het begrotingstekort.
Sinds Eerste Wereldoorlog
Het schuldenplafond bestaat sinds de Eerste Wereldoorlog. De invoering ervan stelde de Amerikaanse regering in staat leningen uit te geven om de kosten van de oorlogsvoering te dekken.
Daarbij hoefde het Congres niet in elk individueel geval te worden geraadpleegd, maar behield het wel een vorm van controle op de overheidsuitgaven.
Honderden verhogingen
Sinds de invoering in 1917 is het schuldenplafond al bijna honderd keer verhoogd, zowel onder Republikeinse als Democratische regeringen. In verreweg de meeste gevallen was dat feitelijk niet meer dan een hamerstuk, maar in een aantal gevallen vertraagde het Congres de verhoging van het schuldenplafond.
Dat gebeurde eigenlijk altijd om politieke redenen, en zelden uit oprechte zorgen om de houdbaarheid van de staatsschuld. Ditmaal grijpen de Republikeinen het schuldenplafond aan om de hervorming van de gezondheidszorg die president Barack Obama wil doorvoeren te dwarsbomen.
Geldkraan dicht
Als de volksvertegenwoordiging het niet eens kan worden over een verhoging van het schuldenplafond, zal Washington noodgedwongen de geldkraan dicht moeten draaien. De gevolgen daarvan kunnen enorm zijn, afhankelijk van hoe lang de federale overheid verstoken blijft van nieuwe financiering.
De laatste keer dat het gebeurde, in 1995 en 1996 onder president Bill Clinton, lag de federale overheid 21 dagen stil en werden zo'n 800.000 ambtenaren met (aanvankelijk onbetaald) verlof gestuurd. Alleen de hoogst noodzakelijke overheidsdiensten, bijvoorbeeld op het gebied van nationale veiligheid, bleven doorwerken.
Schade aan economie
Gevreesd wordt dat een zogenoemde 'shutdown' van de federale overheid het fragiele herstel van 's werelds grootste economie de nek zal omdraaien.
Ook de Federal Reserve, de koepel van centrale banken, waarschuwde vorige week dat het gesteggel over de overheidsfinanciën onzekerheid creëert en zo de economie kan schaden.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl